1/- Het
hekwerk met de rechte snijdende lijnen (zie illustratie / met een klik op de foto maak je ze groter) verbeeldt de
muzieknotenbalk met notenlijnen en maatstrepen, maar verwijst ook naar de
snaren van de viool en de toepassing van de geometrie. Hammer loopt, symbolisch
zoekend, naar het einde van de ‘notenbalk’, waar hij de Irminsul ‘vindt’. Dit
is punctueel het geval op de partituur. In een andere video (chrono 23:23) noemt Hammer de geometrie letterlijk, zegt hij dat die hem opvalt... maar dat hij ‘daar nog
niet eerder aan had gedacht’.
2/- De
33:44:55 seconden timing van een aantal scenes
verwijst naar de 3:4:5 geometrische stelling van Pythagoras (zie vorig blog)
met een meetopdracht.
3/- Hammer speelt in de video een dubbelrol. Enerzijds
is hij ‘pastoor Otto’, alias Hitler - de ‘Goede Herder’ en strijder -, met diens
boodschap symbolisch in zijn hand, én anderzijds toont hij zich als een
personage dat ‘voorbeeldig’ zoekt naar de oplossing.
4/- De belichting van de ‘Kopf’ van Franz Xaver Schwarz
(dank aan Ignace Lepage), samen met die van Hitler, is een verwijzing naar de Schwarzkopf berg met daarop het
heiligdom gewijd aan Hitler.
5/- De Irminsul wordt op het einde van de
zoektocht onthuld, letterlijk ont-dekt, bovenop de ‘kop’ van het zuiltje, dat
is bovenop de Schwarzkopfberg.
Toeval bestaat hier niet. De slotsom lijkt meer dan billijk dat Hammer altijd al bekend was met de kerngedachte van de ‘pastoorsbrief’ als een aartsmoeilijke allegorische zoektocht naar ‘het schitterende gedachtegoed’ van een bejubelde Adolf Hitler. Erfgoed, laten we wel wezen, dat géén betrekking heeft op een fysieke schat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten