Pagina's

maandag 25 januari 2016

Pastoor Otto (Valse paarlen aan een paternoster 3)


Laag op de Schwarzkopfberg met zuidwestelijke blik op Mittenwald,
vrijwel de 5e ‘Hitler snaar, zijn Geisterwege, volgend.
 

Pastoor Otto

In Hammers boek kreeg Pastoor Otto de opdracht om de brief buiten Berlijn te smokkelen en te bezorgen bij Franz Xaver Schwarz in München. De naam 'Pastoor Otto' werd in eerdere blogs reeds verklaard. Daarom in het kort: Johannes 10 spreekt over 'de Goede Herder die zijn schapen niet verlaat', met andere woorden een pastoor, terwijl 'Otto', Italiaans voor het getal acht, de achtste letter H van Hitler benadrukt. We lezen pastoor Otto dus als: 'de Goede Herder Hitler' - gelijk Mozes en Jezus.
De code 10 in 'Johannes 10' symboliseert het hoogst bereikbare, het goddelijke, zoals in de Pythagoreïsche Tetraktis en de Delta van de vrijmetselaars. Het is de sacrale Tetraktis die de brief, na geometrische decodering, met drie heiligdommen bovenop het dorp Mittenwald plaatst. Bedenk dat Johannes de evangelist ook de patroonheilige van de vrijmetselaars is én van de vrijmetselende geheimschrijvers van de brief.


Aäron

Hammer is een zelfverklaarde spiritueel, monnik, nieuw-heidense priester. Heeft hij de opdracht gekregen om als een priester/profeet 'alles te zeggen wat ik u gebied' en dat ook doet in zijn publicaties en tijdens spirituele diensten overal in Europa? Lees hierover in Ysa Pastora en Patrick Bernauws boek: De Hamer van Thor. Opmerkelijk is dat Hammer in zijn boek met een zekere Aäron op de proppen komt, een gefantaseerde Pools-Joodse wees met de Germaanse schuilnaam Gustav, die later de vader zal worden van de Peter Schulz. ‘Vader’ is wellicht spiritueel symbolisch bedoeld, en omdat in Hammers boek niets par hasard is kan 'Gustav' refereren aan een persoon die in Hammers leven werkelijk een rol speelt of speelde, zoals ook het personage Christiaan.
Exodus 7:1 (opgeteld opnieuw 8) verhaalt dat God aan Mozes zei: 'uw broeder Aäron zal uw profeet zijn' en Exodus 7:2 'Gij zult alles zeggen wat Ik u gebied, en uw broeder Aäron zal bij Farao het woord voeren...' Aäron werd gewijd als een hogepriester, zoals ook Hammer zich in sommige kringen voordoet.
In Leviticus 8:35 (in beide getallen opnieuw het kengetal 8 voor Hitler), over de wijding van Aäron en zijn zonen, staat deze letterlijke opdracht van Mozes: 'Gij zult dan aan de deur van de tent der samenkomst blijven, dag en nacht, zeven dagen, en zult de wacht des Heeren waarnemen, opdat gij niet sterft; want alzo is het mij geboden.'
Kreeg in Hammers relaas Pastoor Otto niet met nadruk de opdracht om bij de Südwestkirchhof kapel bij Stahnsdorf - een religieuze ‘tent der samenkomst’ - zeven dagen en nachten te wachten op de komst van Bormann? En deed hij dat ook niet?

 Südwestkirchhof kapel bij Stahnsdorf.
Het kerkhof schaart zich onder de mooiste die Europa telt.

Wie is de ‘ik’ in ‘wat ik u gebied’?  Is dat, in de context van Hammers boeken, Peter Schulz aka zijn geestelijke gids Tom R uit Satans Lied/De grootste kunstroof uit de geschiedenis? Tom R... het klinkt wat vreemd. Maar dat heeft zo zijn redenen. Het is een pseudoniem met een bijzondere inhoud. De nadruk wordt gelegd op de hoofdletters T en R. Die staan in de ogen van een occultist zoals Karl Hammer voor de Germaanse god Tyr, de god die zichzelf opoffert ten dienste van de zaak, en R voor het runenwoord Raidho, wat ‘reis’ of overdrachtelijker ‘opdracht voor het leven’ betekent. De naam Tom is numerologisch te reduceren tot de waarde 20+15+13= 48, 4+8 = 12. Dat getal wijst in de Bijbel op de 12 vruchten aan de Levensboom, de boom van Goed en Kwaad, en op nogmaals op de god Tyr. De letter R is tevens de achttiende letter, die verwijst naar de naam van Adolf Hitler.

De diepere meervoudige betekenis van de naam ‘Tom R’ luidt dan samengevat als 'de god Tyr die zichzelf voor het leven opoffert in dienste van Adolf Hitler', ofwel: 'de onbaatzuchtige levensopdracht verordonneerd door Adolf Hitler'.
Op de keper beschouwd zijn de diepere betekenissen van de namen “Tom R’ en ‘Peter Schulz’ (zie vorig blog) dezelfde, en vergroot dit de waarschijnlijkheid dat het om een en dezelfde persoon handelt.

De naam Tom R is ook in alle gevallen te herleiden tot het numerologische kengetal 3. In het boek Het Mysterie van Mittenwald wordt nadrukkelijk gewezen op de getallen 3 en 18 als de numerologische spillen waaromheen in het diepst de gecodeerde brief draait. 18 staat voor Adolf Hitler, 3 staat voor de Drie-Eenheid in de christelijke Bijbel, én in de Triune God van het Armanisme zoals oorspronkelijk verwoord door Guido von List en door Rudolf John Gorsleben in zijn ‘Armaanse Bijbel’.
  
Slotsom

Het is stellig moeilijk om tot een andere vaststelling te komen, dan dat het bovenzinnelijke van Hammer, evenals de boodschap op de brief, vergaand put uit de christelijke traditie en geschriften en dat Hammer ze vervolgens, even eclectisch als de nazi’s, in een andere, nieuw-heidense zienswijze plaatst. Ogenschijnlijk als in een gebod verweeft hij spiritualisme met zaken die op de codebrief nauw verbonden zijn met het nieuwe heidendom, de vrijmetselarij, het nationaalsocialisme en de reïncarnatie van Hitler, de Messias. Dit wordt uitvoerig aangetoond en becommentarieerd in Het Mysterie van Mittenwald.



Op de voorlaatste bladzijde in zijn boek, schrijft Hammer: '… ik kon in ieder geval tevreden zijn dat mijn boek de speurders wakker zou maken.' Dat heeft zonder meer plaatsgegrepen, maar zó diepgravend door Ysa Pastora en met een voor argeloze toeschouwers dermate onthutsende wending dat de niets ontziende blootlegging van de waarheid hem niet kan bekoren. Hij rekende buiten de waard. Tevreden met de ontmaskerende afloop betoont hij zich zeker niet. Hij durft niet openlijk uit te komen voor zijn drijfveren en de bedrieglijke bejegening van zijn publiek. Hij kiest voor de weg van ontkenning en schichtig disengagement. Waarachtig, geen zelfopofferende priesterlijke karaktertrekken en niet van het hout waaruit een Goede Herder gesneden zou moeten zijn. 
Hammer danst, maar stijf als een Calvijn en uit de maat. Valse paarlen aan een paternoster.
  
Veel mensen kunnen heel lang voor de gek gehouden worden, maar niet iedereen voor altijd. Het beste geheim kent uiteraard niemand; alle andere zijn oplosbaar.  




maandag 18 januari 2016

De Openbaringen van Johannes (Valse paarlen aan een paternoster 2)

Welkomstviering voor Bischop Konrad von Preysing in het Sportpaleis, Berlijn 1935.
Merk op dat het staurogram, veel groter, als een Messiaanse boodschap naast de Swastika geduld wordt. 

Ysa Pastora toont in Het Mysterie van Mittenwald aan dat de spirituele boodschap verstopt in de brief een ‘goddelijke’ afkomst heeft. De eerste rune op de brief is de Fehu; dat is tevens de eerste rune in het Futhark alfabet. De allerlaatste ‘rune’ is de letter Z, de laatste letter uit het Latijnse alfabet. Samen staan ze voor Alfa en Omega, zoals in de volgende staurogrammen, die Jezus verbeelden.



De lezer van Het Mysterie van Mittenwald zal met name in de eerste beeltenis terstond het grote monogram herkennen dat door de ontsluierde brief bovenop Mittenwald geplaatst wordt.
In Openbaringen 8 van Johannes de evangelist, schutspatroon van de briefmaker, staat: “Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige.” Het refereert op de brief aan Adolf Hitler als een Messias, een mensgod, die in de runenletterlijk voorgestelde Walkürenrit herboren wordt.
Merk op dat opnieuw 8, het hoofdstuknummer, wijst op Hitler.
In de Openbaringen van Johannes wordt in drie verzen (2:7, 22:2 en 22:19) gewag gemaakt van de Levensboom, ook wel de boe(c)k des Levens. Met ‘boe(c)k’ wordt een beukenboom bedoeld. Een levensboom draagt dan ook nog eens twaalf vruchten die eeuwig leven geven.
De getallen 3 en 12 zijn significant omdat Hammer de tweede maal dat hij zijn boek Gezocht: Codebrekers presenteerde dat welbewust deed op 12-12-12. U ziet driemaal het getal twaalf. Ook daarin schuilt geen enkel toeval. Het verwijst naar de twaalfde rune , de Týr rune voor de letter t in de jongere Futhark en Armanen alfabetten, die geassocieerd wordt met de Germaanse god Tyr, naar wie de dinsdag vernoemd is. Zijn medestanders en volgelingen zullen de verholen beeldspraak ongetwijfeld begrepen hebben.
De Týr rune staat bol van zinnebeelden. Hij wordt afgebeeld op de SS Totenkopfring/Ehrenring en geldt in nazi Duitsland als een symbool voor de kadaverdiscipline; de onvoorwaardelijke trouw aan de SS en de nazi ideologie. In de poëtische Edda overwon Týr de draak Fafnir maar verloor daarbij zijn zwaardhand. Týr staat derhalve voor het onbaatzuchtige streven naar de overwinning, met een totale overgave, standvastig en zonder vrees. Als de twaalfde Týr rune meermalen wordt aangeroepen zoals in 12-12-12 geldt dat in de heidense wereld als een magische aanroeping van de opoffering, kracht en moed van Týr. De klemmende invocatie wordt in de literatuur en op oude amuletten visueel zo afgebeeld:


Merk de visuele gelijkenis met een naaldboom, en de verwijzing naar de drie-takkige Irminsul, de rune Algiz op de top van de Schwarzkopfberg:


Is dit Mozes die met gespreide armen staat? Met de staf van God in de hand, een herdersstaf, het icoon van een Goede Herder:


Zolang Mozes zijn armen hief, met de steun van Aäron (en Chur), waren de Israëlieten aan de winnende hand, waren ze onoverwinnelijk.

Exodus 17: 8  Amalek rukte op om Israël in Refidim aan te vallen. Toen zei Mozes tegen Jozua: ‘Kies manschappen uit en trek morgen ten strijde tegen Amalek. Zelf ga ik met de staf van God in mijn hand op de top van de heuvel staan.’ Jozua deed wat Mozes hem had opgedragen. Hij bond de strijd aan met Amalek, terwijl Mozes, Aäron en Chur de top van de heuvel bestegen. En zolang Mozes zijn armen opgeheven hield, waren de Israëlieten aan de winnende hand. Maar liet hij zijn armen zakken, dan won Amalek. Ten slotte werden Mozes’ armen moe. Daarom haalden ze een steen waar hij op kon zitten. Aäron en Chur ondersteunden zijn armen, elk aan een kant. Zo bleven zijn armen hooggeheven, tot zonsondergang toe. En Jozua versloeg Amalek en zijn leger met het zwaard. Daarop gaf de heer aan Mozes de opdracht: ‘Stel dit ter gedachtenis op schrift en prent het Jozua in: Ik ga de herinnering aan Amalek van de aarde wegvagen.’ Mozes bouwde een altaar en noemde het ‘de heer, mijn banier’. Hij zei: ‘De handen omhoog naar de banier van de heer. De heer strijdt tegen Amalek, elke generatie opnieuw.’

Van belang is ook dat Týr geassocieerd wordt met Polaris, de Noordster. De poolster is de spil waaromheen onveranderlijk het hemelgewelf roteert; de ster is volledig loyaal aan de ‘prins’, de machthebber, zoals de ‘Prins der Apostelen’. Op de brief betekent dat: aan Hitler en zijn ‘schitterende gedachtegoed’. De Noordster toont steevast de juiste koers, feilloos en doorheen elke mist.

In Het Mysterie van Mittenwald wordt uitdrukkelijk de aandacht gevestigd op de exacte oriëntatie op het noorden van de verticale as van het grote Hitler monogram én van die van de gouden driehoek op de Schwarzkopfberg, Hitlers geboortehoroscoop. Alweer geldt dat niet als een toevalligheid; het is een bedoelde verwijzing - een huldebetoon - aan Dietrich Eckart. Eckart was Hitlers mentor en werd door hem met zoveel woorden zijn Noordster genoemd, die hem de zuivere verlossende koers veropenbaarde. En dat brengt ons weer terug bij de Messias, en de alfa en omega en de levensboom in de Openbaringen van Johannes, Exodus en de mythische setting van de Marsch-Impromptu, een microkosmos.




maandag 11 januari 2016

Valse paarlen aan een paternoster (1)


Het boek van Karl Hammer, Gezocht: Codebrekers / Zoektocht Naar Hitlers Goud En Diamanten, stoelt in de kern op zijn persoonlijke spirituele bekering, zijn ontwikkeling en verdere missie in het leven, net zoals dat eerder met Satans Lied het geval was. De werken puilen uit van de symboliek en tonen frappante gelijkenissen met de bijbel en de leer van de Rooms-katholieke kerk. In Satans Lied (heruitgegeven als De Grootste Kunstroof Uit De Geschiedenis), speelt ene Tom R een hoofdrol. Hij treedt op als dé geestelijke leermeester van Karl Hammer, en op een kennelijk al even bepalende wijze voor hem zoals Dietrich Eckarts mentorschap dat was voor Adolf Hitler. Beide boeken handelen daarbij over het onderwerp bekering en bovendien over het nazisme.
Hammer voert personages op die te herleiden zijn tot begrippen en figuren uit de bijbel: Christus, evangelisten, priesters en apostelen. In dit blog worden er in het kort enkele belicht, zoals Petrus, Jezus, het boek Openbaringen en Aäron.




Peter Schulz

Peter Schulz is de naam van de persoon die Hammer het gecodeerde document aanbood. Er valt veel voor te zeggen dat het gaat om de neonazi Peter Schulz (zie De Hamer van Thor). Merkwaardig is dat Hammer dit ontkent noch bevestigt: 'Als - dus ALS - deze Peter Schulz al mijn bron zou zijn, en ik zeg hiermee niet dat hij dit is,' lezen we op de website van Hammer. Maar los van deze vaststelling, biedt de naam Peter Schulz - gesteld dat het om een gefingeerde naam zou gaan (wat door Hammer nergens wordt gezegd) - ook heel wat interessante invalshoeken. De naam Peter is immers terug te voeren tot 'Petrus', wat steen of rots betekent. Hij is de Prins der Apostelen. In het evangelie volgens Mattheus, in het bijzonder in het vers 16:18, staat: En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen…

Op de gecodeerde partituur staat waarachtig het runenwoord BAUM boven (op) het runenwoord STEIN. De Baum - Irminsul, Levensboom - geldt als het symbool (van de ‘kerk’) van het nieuwe heidendom dat bovenop de rots, Stein, geplant is. Volgens neopagans, neonazi’s en anderen stond de Irminsul, eertijds bovenop de centrale rots, 'de Hamer van Thor’, van het Externsteine massief, niet ver van Detmold. Overdrachtelijk staat Stein voor juwelen, diamanten, ofwel het ‘schitterende gedachtegoed’ van Adolf Hitler. Bijgevolg lezen we uit Baum bovenop Stein: ‘de heidense kerk gebouwd op grond van Hitlers gedachtegoed’.

Verwijst het getal van het vers, nummer 18, naar de onder neonazi’s gebruikelijke getalscode voor Adolf Hitler, bij A=1 en H=8 in het Latijnse alfabet? Hammer verwijst in zijn boek op pagina 205 naar de Atbash letterversleutelingsmethode en poneert daarmee impliciet dat lettercoderingen werkelijk aan de orde zijn.

In Mattheus 16:19 staat: Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven ...
Petrus krijgt, als primus inter pares onder de apostelen, de sleutels overhandigd. Dit kan een vingerwijzing zijn naar de codering op de Marsch-Impromptu, waarvoor een decryptiesleutel nodig is om de Arisch-Armaanse hemelen te openen. Volledig in de geest van de gewijde setting blijkt deze sleutel de wiskundige exactheid van de sacrale geometrie te zijn; de bijzondere uiting van Gods ordening van de schepping.

Verwijst het numerologische kengetal van de initialen van Peter Schulz naar Hitler? P is de 16e en S de 19e letter in het alfabet, opgeteld 35 en dat gereduceerd 3+5=8.
De naam ‘Schulz’ is in het Duits etymologisch een samentrekking van ‘schultheize’, wat ‘de verplichting gebiedt’ betekent, ook wel ‘schuldbekentenis’.
Mogen wij dientengevolge stoutmoedig de vraag stellen of er een overeenkomst bestaat tussen de personages 'Peter Schulz' en 'Tom R,', omdat ze beiden fungeren als aandragers van spiritueel gedachtegoed aan Karl Hammer? Is de overleden Tom R (= Mort) wellicht (de evenknie van) Peter Schulz, of betreft het een en dezelfde persoon, die hem de Openbaring, zijn Verlichting, schonk en aan wie hij schatplichtig is? Treedt hij als een proseliet op in diens sporen met de opdracht om zielen te winnen voor de zaak?






maandag 4 januari 2016

Kamer Zes... Gezocht: Codebrekers!

Ook in Hammers boek Gezocht: Codebrekers wemelt het van de hints voor de oplossing van de ‘pastoorsbrief’. Hoezo was hij er niet van de op de hoogte?





Na de publicatie van Het Mysterie van Mittenwald legde Ysa Pastora haar oplossing naast Hammers video’s en boek. U las er deels al eerder over. Onomstotelijk blijkt dan dat een reeks elementen uit Hammers producten meer dan oppervlakkige overeenkomsten vertonen met die uit Pastora’s uitkomst en dat ze zelfs van essentieel belang blijken voor de juiste ontcijfering van de brief. Fragmenten uit Hammers werken zijn bijgevolg te beschouwen als ‘voorspellingen’, subtiele hints of handleidingen zo u wil, voor de decodering. In versluierde termen onderwijst Hammer hoe speurders te werk dienen te gaan.
Een aantal hints uit de video’s en vooral het laatste hoofdstuk van het boek Gezocht: Codebrekers worden hier op een rij gezet:
1/- ‘Pastoor Otto’ speelt een hoofdrol in het boek. In werkelijkheid blijkt het een pseudoniem te zijn voor Adolf Hitler. Pastoor betekent ‘een herder die goed voor zijn schapen zorgt’, terwijl Otto in het Italiaans voor het getal acht staat, wat weer een code is voor de achtste letter ‘H’ voor Hitler. Pastoor Otto betekent dus ‘de Goede Herder Hitler’ naar analogie met de Goede Herder uit het evangelie van Johannes. Deze Johannes is een van de patroonheiligen van de vrijmetselaars én van de maker van het document. Niet Martin Bormann is de maker maar een verboden geheime broederschap/loge.

2/- De verwerping, zelfs bestrijding, van het Vaticaan en het christendom, en het omarmen van het oud-Germaanse heidendom door de spiritueel Hammer en door de brief. Dit is meerdere malen belicht in eerdere blogs.
3/- P. 193: Schulz en Hammer twijfelen eraan of ‘in deze zaak wel iets aan het toeval werd overgelaten’. Nee inderdaad. Dit citaat blijkt, met voorbedachten rade, een voorspellende uitspraak te bevatten: er is inderdaad niets toevallig aan al wat er op de partituur aanwezig is. En niet alleen aan de slechts enkele aanwijzingen waaraan de meeste speurders zich vastklampen, ondertussen geen blijf wetend met de overige.
4/- P. 198: ‘Mogelijk waren het coördinaten [in de cijfercombinatie] die op een bepaalde manier gelezen moesten worden. In dat geval was de dans een metafoor voor de zoektocht en waren de uitlopers van de dans verbonden aan deze coördinaten die naar een specifieke plaats leidden.’ Ysa toont aan hoe profetisch dit opnieuw blijkt te zijn en hoe letterlijk de uitspraak genomen moet worden voor de ontcijfering.
5/- Op p. 198 worden, mirabile dictu, de Edda en de mystieke joodse Kabbala genoemd. Die blijken met terugblik waarachtig onmisbaar voor de ontcijfering van het document en de uitleg van haar spirituele achtergronden.
6/- Op p. 198 wordt gewezen op de magische betekenis van de runen. Daadwerkelijk blijken die magische betekenissen, hun kennings, van doorslaggevend belang bij de ontcijfering en interpretatie.

7/- Op p. 202 wordt gewezen op de numerologische waarde die elke rune bezit. Voorwaar, opnieuw blijken die voor de uitleg onontbeerlijk.

8/- P. 198/99 schrijft letterlijk over een ‘bijzondere boom’ die een rol speelt in de Edda en in het boek Genesis. Feitelijk, en als orgelpunt, blijkt die boom de Levensboom - Irminsul/Yggdrasil -  te zijn die, opzettelijk, als laatste ‘rune’ op de partituur, een aantoonbaar kritiek gewicht heeft.

9/- Op p. 199 noemt Hammer de persoon Karl Anton List, ofwel Guido von List. Diens Armaanse ideeën, runen interpretaties en publicaties, door Hammer expliciet genoemd, blijken, cruciaal, ten grondslag te liggen aan de uitleg van het document én aan de geheime broederschap zelf.
10/- Op p. 203 staat ‘water’ genoemd als de betekenis van de cursieve letter M. Ja hoor, bij de ontcijfering blijkt dat er een verband is met het Bijbelse begrip Levend Water dat gelijkgesteld wordt met Hitlers ‘schitterende gedachtegoed’, en dat verbonden is met Johannes de Doper, ook al een schutspatroon van vrijmetselaars én van de broederschap/loge die het document maakte.
11/- P. 203 noemt het Schwarzwald. Uiteindelijk blijkt het te refereren aan het Wald op de Schwarzkopfberg, dat is de heidense heilige gaarde op de berg met de Irminsul als levensboom en cenotaaf voor Hitler.
12/- P. 204 : ‘hoogstwaarschijnlijk zat de sleutel van de code ergens verborgen in de logica en niet in de mystiek’. Hoe ‘vooruitziend’ pakt dit opnieuw uit. De genoemde logica blijkt de wenk te zijn naar de systematische sacrale geometrie. Hiertoe staan de gulden snede en de Kepler en de Gouden driehoeken zeer precies afgebeeld op de partituur, voor wie er de ogen niet voor sluit. Ook het woord mystiek, dat zomaar uit de lucht komt vallen (hoezo ineens mystiek?), blijkt een onmisbaar onderdeel van de oplossing.
13/- P. 216: ‘Misschien was er een verband tussen het goud en deze kerk, maar alleen als de kerk een oriëntatiepunt was. Het gebouw moest dan, samen met andere oriëntatiepunten, een specifieke plaats in de omgeving aanwijzen.’  De kerk, de Petrus-en-Pauluskerk, met daarnaast het standbeeld van Matthias Klotz, komt zowaar naar voren als een kardinaal oriëntatiepunt, en de facto door middel van vectoren te wijzen naar andere punten.
14/- P. 231: ‘Als er een boom in de code stond als oriëntatiepunt…’ en op p. 232: ‘Als een boom er als oriëntatiepunt diende…’ Opmerkelijk dat Hammer hier telkens specifiek een boom als oriëntatiepunt noemt, naast de ‘bijzondere boom’ eerder. Dat blijkt in de finale oplossing wezenlijk aan de orde te zijn.
15/- De Tau die Hammer opzichtig draagt op een foto komt symbolisch overeen met de ‘bijzondere boom’, de Irminsul, en met phi, de gulden snede, uit de sacrale geometrie.  
16/- ‘Kamer zes’ is de titel van het laatste hoofdstuk van het boek. Het is een merkwaardige titel die ogenschijnlijk niets van doen heeft met de codematerie. Maar dat heeft het wel degelijk omdat het naar alle waarschijnlijkheid een bedoelde cryptische omschrijving is van het grote ‘Hitler monogram’ dat de oplossing ultimo en als apotheose bovenop Mittenwald projecteert. Het betreft een cirkel, of hexagram, als de kamer waarin een zes-spakig kruis, de Hagal rune - Guido von Lists kritieke moederrune -, staat afgebeeld. Het is hetzelfde symbool dat prominent in nazi publicaties staat en op de Totenkopfring van de SS als symbool voor ‘loyaliteit tot aan de dood’ aan het nationaalsocialisme.




Hebben we hiermee alle hints benoemd? Vermoedelijk niet. De lezers worden uitgenodigd en aangespoord mee te helpen zoeken. Leest u daarvoor eerst Ysa Pastora’s Het Mysterie van Mittenwald en pluis daarna Hammers boek Gezocht: Codebrekers uit. Uw bevindingen zien wij graag tegemoet.

U mag uzelf nu terecht afvragen hoe Hammer, orakelend, in staat was om in zijn boek ‘terloops’ deze hele reeks uiterst pertinente uitspraken te doen als hij niet al vooraf tot in detail op de hoogte was van de werkelijke inhoud en het doel van de gecodeerde ‘pastoorsbrief’. En dat is: een aartsmoeilijke zoektocht naar de Graal, in dit geval de heidens-spirituele Armaanse verlichting. Het is ook: een politiek-religieus manifest dat Hitler en het neonazistische Armanisme met een jubelende ridderslag omhelst en dat opdraagt onbaatzuchtig te streven naar een nationaalsocialistisch Vierde Rijk.

Onderhoudt Hammer connecties met, of is hij zelfs lid van de in Duitsland verboden ondergrondse politiek-religieuze broederschap/loge die het naoorlogse document maakte? Wat de waarheid ook moge zijn, na Ysa Pastora’s onthullingen werd het Hammer in ieder geval te heet onder de voeten. Hij verdwijnt schielijk via een achterdeur door zijn boek abrupt uit de verkoop te halen en al even plots, als in een anticlimax en op een volstrekt onaannemelijke wijze, een naïeve speurder te benoemen als degene met de ‘finale oplossing’. Dit geheel in de geest van zijn misleidende presentaties in 2007 en 2012 aan het grote publiek, waarin hij openlijk een oproep doet en een fysieke schat, mét geldelijke beloning, in het vooruitzicht stelde. Hammer doet het in ieder geval ook in een futiele poging om de wind uit de stevig opbollende zeilen van Ysa Pastora’s openbaringen te halen.

Begint ook bij u het besef door te dringen wat de brief, in zijn magische en mythische settingen, werkelijk voorstelt? Zo niet, lees dan Het Mysterie van Mittenwald, dat een uitvoerig becommentarieerde decodering van de brief aandraagt. Een volgend boek zal in aanvulling daarop opnieuw een serie opzienbarende onthullingen het licht doen zien.