Pagina's

maandag 18 januari 2016

De Openbaringen van Johannes (Valse paarlen aan een paternoster 2)

Welkomstviering voor Bischop Konrad von Preysing in het Sportpaleis, Berlijn 1935.
Merk op dat het staurogram, veel groter, als een Messiaanse boodschap naast de Swastika geduld wordt. 

Ysa Pastora toont in Het Mysterie van Mittenwald aan dat de spirituele boodschap verstopt in de brief een ‘goddelijke’ afkomst heeft. De eerste rune op de brief is de Fehu; dat is tevens de eerste rune in het Futhark alfabet. De allerlaatste ‘rune’ is de letter Z, de laatste letter uit het Latijnse alfabet. Samen staan ze voor Alfa en Omega, zoals in de volgende staurogrammen, die Jezus verbeelden.



De lezer van Het Mysterie van Mittenwald zal met name in de eerste beeltenis terstond het grote monogram herkennen dat door de ontsluierde brief bovenop Mittenwald geplaatst wordt.
In Openbaringen 8 van Johannes de evangelist, schutspatroon van de briefmaker, staat: “Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige.” Het refereert op de brief aan Adolf Hitler als een Messias, een mensgod, die in de runenletterlijk voorgestelde Walkürenrit herboren wordt.
Merk op dat opnieuw 8, het hoofdstuknummer, wijst op Hitler.
In de Openbaringen van Johannes wordt in drie verzen (2:7, 22:2 en 22:19) gewag gemaakt van de Levensboom, ook wel de boe(c)k des Levens. Met ‘boe(c)k’ wordt een beukenboom bedoeld. Een levensboom draagt dan ook nog eens twaalf vruchten die eeuwig leven geven.
De getallen 3 en 12 zijn significant omdat Hammer de tweede maal dat hij zijn boek Gezocht: Codebrekers presenteerde dat welbewust deed op 12-12-12. U ziet driemaal het getal twaalf. Ook daarin schuilt geen enkel toeval. Het verwijst naar de twaalfde rune , de Týr rune voor de letter t in de jongere Futhark en Armanen alfabetten, die geassocieerd wordt met de Germaanse god Tyr, naar wie de dinsdag vernoemd is. Zijn medestanders en volgelingen zullen de verholen beeldspraak ongetwijfeld begrepen hebben.
De Týr rune staat bol van zinnebeelden. Hij wordt afgebeeld op de SS Totenkopfring/Ehrenring en geldt in nazi Duitsland als een symbool voor de kadaverdiscipline; de onvoorwaardelijke trouw aan de SS en de nazi ideologie. In de poëtische Edda overwon Týr de draak Fafnir maar verloor daarbij zijn zwaardhand. Týr staat derhalve voor het onbaatzuchtige streven naar de overwinning, met een totale overgave, standvastig en zonder vrees. Als de twaalfde Týr rune meermalen wordt aangeroepen zoals in 12-12-12 geldt dat in de heidense wereld als een magische aanroeping van de opoffering, kracht en moed van Týr. De klemmende invocatie wordt in de literatuur en op oude amuletten visueel zo afgebeeld:


Merk de visuele gelijkenis met een naaldboom, en de verwijzing naar de drie-takkige Irminsul, de rune Algiz op de top van de Schwarzkopfberg:


Is dit Mozes die met gespreide armen staat? Met de staf van God in de hand, een herdersstaf, het icoon van een Goede Herder:


Zolang Mozes zijn armen hief, met de steun van Aäron (en Chur), waren de Israëlieten aan de winnende hand, waren ze onoverwinnelijk.

Exodus 17: 8  Amalek rukte op om Israël in Refidim aan te vallen. Toen zei Mozes tegen Jozua: ‘Kies manschappen uit en trek morgen ten strijde tegen Amalek. Zelf ga ik met de staf van God in mijn hand op de top van de heuvel staan.’ Jozua deed wat Mozes hem had opgedragen. Hij bond de strijd aan met Amalek, terwijl Mozes, Aäron en Chur de top van de heuvel bestegen. En zolang Mozes zijn armen opgeheven hield, waren de Israëlieten aan de winnende hand. Maar liet hij zijn armen zakken, dan won Amalek. Ten slotte werden Mozes’ armen moe. Daarom haalden ze een steen waar hij op kon zitten. Aäron en Chur ondersteunden zijn armen, elk aan een kant. Zo bleven zijn armen hooggeheven, tot zonsondergang toe. En Jozua versloeg Amalek en zijn leger met het zwaard. Daarop gaf de heer aan Mozes de opdracht: ‘Stel dit ter gedachtenis op schrift en prent het Jozua in: Ik ga de herinnering aan Amalek van de aarde wegvagen.’ Mozes bouwde een altaar en noemde het ‘de heer, mijn banier’. Hij zei: ‘De handen omhoog naar de banier van de heer. De heer strijdt tegen Amalek, elke generatie opnieuw.’

Van belang is ook dat Týr geassocieerd wordt met Polaris, de Noordster. De poolster is de spil waaromheen onveranderlijk het hemelgewelf roteert; de ster is volledig loyaal aan de ‘prins’, de machthebber, zoals de ‘Prins der Apostelen’. Op de brief betekent dat: aan Hitler en zijn ‘schitterende gedachtegoed’. De Noordster toont steevast de juiste koers, feilloos en doorheen elke mist.

In Het Mysterie van Mittenwald wordt uitdrukkelijk de aandacht gevestigd op de exacte oriëntatie op het noorden van de verticale as van het grote Hitler monogram én van die van de gouden driehoek op de Schwarzkopfberg, Hitlers geboortehoroscoop. Alweer geldt dat niet als een toevalligheid; het is een bedoelde verwijzing - een huldebetoon - aan Dietrich Eckart. Eckart was Hitlers mentor en werd door hem met zoveel woorden zijn Noordster genoemd, die hem de zuivere verlossende koers veropenbaarde. En dat brengt ons weer terug bij de Messias, en de alfa en omega en de levensboom in de Openbaringen van Johannes, Exodus en de mythische setting van de Marsch-Impromptu, een microkosmos.




Geen opmerkingen: