In één van zijn vorige levens had Karl Hammer een puur commercieel mediabedrijf, dat hij vernoemde naar een puur spirituele vroegchristelijke secte: Ebion. Zoals Patrick Bernauw reeds jaren geleden op zijn site signaleerde, had dit 'agentschap' als doel: het verzamelen van concepten, formats en verhaalideeën voor film- en televisieprogramma's, het opslaan van dit materiaal in 'een veilige database', en vervolgens het promoten en produceren van dit materiaal. Blijkbaar werden er ook al eens ideeën van derden door dit agentschap gecommercialiseerd, zonder goedkeuring van deze derden, zoals mag blijken uit Satans Lied - zijnde: de grootste kunstroof van de eeuw.
De tranen van de wolf - later herdoopt tot Gezocht Codebrekers - werd geheel in de materieel onthechte Ebion-stijl met een barnum-reclame in de markt gezet, o.a. op een website die ondertussen door Karl Hammer werd gewist, maar waarvan de tekst toch her en der bewaard is gebleven:
Terwijl de Russen in april 1945 bloedig hun
weg vochten door Berlijn, brachten de nazi's snel een lading goud en de
persoonlijke diamanten van Hitler naar een geheime locatie. Het was de
bedoeling om hiermee de terreurgroep Werwolf te financieren. Tijdens de laatste
uren van de strijd gaf Hitlers secretaris Martin Bormann een gecodeerd document
met runentekens aan een aalmoezenier om het naar partijboekhouder Schwarz in
München te brengen. Op het document zou de locatie staan beschreven van het
goud en de diamanten. Schwarz was echter al door de geallieerden gearresteerd
en Bormann overleefde de Russische aanval niet.
Authentiek document.
Ruim zestig jaar later kwam het document
bij toeval in handen van onderzoeksjournalist Karl Hammer Kaatee. Het had zich
al die tijd onopgemerkt in de nalatenschap van de aalmoezenier bevonden.
Hammer-Kaatee is er van overtuigd dat het authentiek is. ‘Ik heb er alle begrip
voor dat sommige mensen twijfels hebben, maar mijn onderzoek toonde aan dat het
papier, de typografie en de doorslag van de letters zonder meer geloofwaardig
zijn. Bovendien komen de runentekens overeen met de stijl die Bormann zou
gebruiken.’ Voor Hammer-Kaatee restte alleen nog de vraag hoe de code in elkaar
zat en of de buit nog terug te vinden zou zijn.
Naar de huidige waarde van het goud en de
diamanten kan men volgens Hammer-Kaatee slechts gissen. Dat het om een
gigantisch bedrag moet gaan staat voor hem vast. ‘Hitler had de mooiste en
beste diamanten in zijn bezit. Volgens mijn informatie stonden die bij zijn
intimi bekend als “de tranen van de wolf” en zijn op zich al een vermogen
waard.’
NIOD - Gerard Aalders.
Dat de buit nog altijd ergens op ontdekking
ligt te wachten is zeer waarschijnlijk volgens historicus Gerard Aalders van
het NIOD die door Hammer Kaatee werd benaderd. Samen concludeerden zij dat er
immers nog altijd schatten van de nazi's worden gevonden, zoals de grote
kunstbuit die in 2006 in Zwitserland werd opgespoord waar ze door de nazi's was
verstopt.
Beloning.
Een jaar lang beet Hammer-Kaatee zich vast
in de code en hoewel hij het grootste deel wist te ontcijferen, lukte het hem
niet om de bergplaats te vinden. Speurend in Duitsland raakte hij er van
overtuigd dat hij iets over het hoofd zag. Vanwege contractuele verplichtingen
voor een nieuw boekproject dat in februari van start gaat ontbreekt hem de tijd
om zijn zoektocht voort te zetten. Daarom looft hij nu een beloning uit om het
laatste deel van het raadsel op te lossen. Om de speurders op weg te helpen
heeft hij uitgeverij Elmar bereid gevonden om zijn dossier in boekvorm te
publiceren. ‘In 2006 wist een groep amateurs op initiatief van de violist
Stefan Krah een code uit de Tweede Wereldoorlog te breken waar zelfs de beste
cryptografen niet in slaagden. Ik hoop dat het zelfde ook mogelijk is met deze
code,’ aldus Hammer-Kaatee.
Premievoorwaarden
Aan de uitkering van de beloning worden
voorwaarden gesteld waar in hun geheel aan moet worden voldaan.
# Er wordt alleen uitgekeerd wanneer het
goud en de diamanten daadwerkelijk en tastbaar getoond worden. Karl Hammer
Kaatee zal op geen enkel moment genoodzaakt zijn om zelf handelingen te
verrichten of reizen te ondernemen tot het bezichtigen van het goud of de diamanten.
# De echtheid van het goud en de diamanten
dient door een onafhankelijke expert te worden bevestigd.
# Karl Hammer Kaatee wil op geen enkele
wijze betrokken zijn bij mogelijke (internationaal) criminele of moreel
laakbare handelingen. Het verkrijgen van het goud en de diamanten dient
derhalve hiermee in overeenstemming te zijn.
# De uitleg van de gehele code van de
'pastoorbrief' uit het boek ‘De tranen van de wolf’ moet rationeel en
begrijpbaar zijn, zodat deze uitleg onderbouwt wat de feitelijke bergplaats van
het goud en de diamanten is geweest en waar dus het goud en de diamanten nu
zijn gevonden.
# Karl Hammer Kaatee legt geen enkele claim
op het gevonden goud of de diamanten.
# De vinder(s) van het goud en de diamanten
gaan er evenwel mee akkoord dat hun verhaal over het ontcijferen van de code en
het verkrijgen van het goud en de diamanten exclusief aan Karl Hammer Kaatee
wordt meegedeeld en dat hij het exclusieve recht heeft om op basis van dit
verhaal een vervolg te publiceren op zijn boek "De tranen van de
wolf".
# Karl Hammer Kaatee legt geen enkele claim
op het gevonden goud of de diamanten.
# De vinder(s) van het goud en de diamanten
gaan er evenwel mee akkoord dat hun verhaal over het ontcijferen van de code en
het verkrijgen van het goud en de diamanten exclusief aan Karl Hammer Kaatee
wordt meegedeeld en dat hij het exclusieve recht heeft om op basis van dit
verhaal een vervolg te publiceren op zijn boek "de tranen van de
wolf".
Volgens uitgeverij Elmar is deze actie ten einde en het voorstel ingetrokken, hoewel er op de webpagina van Gezocht Codebrekers nog volop publiciteit wordt gemaakt met de verhoogde beloning van $25.000. Merkwaardig vind ik de
nadrukkelijkheid waarmee Hammer insisteert op het ‘daadwerkelijk’ en ‘tastbaar’
tonen van ‘het goud en de diamanten’, waarvan de ‘echtheid’ door een
onafhankelijk expert dient te worden bevestigd. Wat als de code niet verwijst
naar het goud en de diamanten van Hitler, maar naar een lading zilver en/of al
dan niet ontaarde kunst die Göring achterover geslagen heeft? Wat als code verwijst
naar een partij uranium ([1])?
Zolang Hammer geen spat bewijs levert van
het bestaan van een ‘Peter Schulz’ of een ‘pastoor Otto’, ontbreekt ook elk
begin van bewijs dat de gecodeerde partituur afkomstig is van Martin Bormann,
en dat ze te maken zou hebben met het goud en de diamanten van Hitler. Het is niet
meer dan een hypothese, die deel uitmaakt van een verhaal waarvan op geen enkel
moment bewezen wordt dat het ‘waargebeurd’ is.
Ook voor de authenticiteit van de
gecodeerde partituur moeten we het stellen met het woord van Hammer. ‘Zijn onderzoek' heeft aangetoond ‘dat het papier, de typografie en de doorslag van de
letters zonder meer geloofwaardig zijn’. Met alle respect, maar als Hammer de
‘echtheid’ van het goud en de diamanten bevestigd wil zien door een
‘onafhankelijk expert,’ dan wil ik dat de echtheid van de partituur door
eenzelfde onafhankelijk expert wordt vastgesteld, door middel van een gedegen
wetenschappelijke analyse.
Hammer schermt met een ‘team van 15
deskundigen’, die hij geraadpleegd zou hebben met betrekking tot de
authenticiteit van het document. Maar van geen enkele ‘deskundige’ wordt de
naam genoemd. Hij schuift voortdurend en alleen Gerard Aalders ([2])
naar voor, maar wie de verklaring van Aalders goed leest, zal merken dat deze
deskundige alleen concludeert dat ‘de nazi-schatten’ wellicht ‘nog altijd
onaangeroerd op ontdekking liggen te wachten’. En dat er ondertussen al
behoorlijk wat zijn ontdekt, zoals ‘de grote kunstbuit die in 2006 in
Zwitserland werd opgespoord’.
Wat heeft het team van
deskundigen zoal gerapporteerd aan Karl Hammer? Waarom heeft hij hun rapporten
niet openbaar gemaakt? Of opgenomen in zijn boek? Nietszeggende foto’s en documenten
zijn overvloedig te vinden in Gezocht
Codebrekers, maar deze cruciale bewijsstukken niet.
In een boek dat pretendeert het product te
zijn van onderzoeksjournalistiek verwacht ik al op de eerste bladzijden een
degelijke analyse te vinden over papiersoort en schrijfmachine waarmee het
kwestieuze document kan zijn vervaardigd, zodat er tenminste een poging kan
ondernomen worden om het te dateren. Dàt is nu eenmaal wat een
onderzoeksjournalistiek doet: de bevindingen van zijn onderzoek meedelen aan
zijn publiek. Maar op dat punt laat Hammer zijn lezers en de schattenjagers
volstrekt in de kou staan. ‘Zoek het zelf maar uit, jongens!’
Hoewel zij niet kunnen beschikken over het
document in kwestie, hebben een aantal onderzoekers toch pogingen gewaagd om
het te dateren. Huub Kampen komt op de Facebook pagina Codebrekers The Return ([3]) tot de
conclusie dat de getypte tekst op de partituur niet door een Duitse
schrijfmachine van pak weg 1942 gemaakt kan zijn, maar door een machine van
1960. Hij leidt één en ander af uit de return toets die al dan niet een
afwijking vertoont. Op mijn eigen Facebook Community pagina ([4])
licht hij zijn stelling nader toe. Hij stelt vast dat er ‘geen goede scan van
de achterzijde getoond’ werd, en dat na vele testen met schrijfmachines en
partituren van diverse fabricagejaren bleek dat de code wellicht rond 1960 werd
gemaakt. Een en ander kon afgeleid worden uit de houtvezels die in
papiersoorten van een bepaalde jaargang werden gebruikt, en waardoor er een
meer of minder sterke doordruk ontstaat. Martijn Lagerwerf komt op zijn site ([5])
dan weer tot de vaststelling dat de letters e en s van de machine waarop, in de
Berlijnse bunker, de huwelijksovereenkomst van Adolf Hitler en Eva Braun werd
getypt, iets verbogen zijn. Net als bij de ‘Pastoorsbrief’ steken ze net onder
de regel uit. Maar de ‘a’ van de ‘Pastoorsbrief’ wijkt dan weer naar boven af,
en dat is bij de huwelijksovereenkomst niet het geval.
Ik heb een schrijfmachine gevonden die
mogelijk werd gebruikt: een Continental van de firma Wanderer-Werke te
Chemnitz. Het toetsenbord heeft de cursieve M
boven het cijfer 3 ([6]) en ook het cijfer 0 ontbreekt, waardoor men voor dat getal op de partituur de kleine letter o of de hoofdletter O moest gebruiken. Een draagbare schrijfmachine van de firma Rheinmetall, met dank aan 'informant Pieter', voldoet ook aan die eigenschappen:
Maar bewijst dit soort onderzoek iets? Nee. Hooguit dat Hammer zijn werk niet gedaan
heeft, of het vertikt de rapporten van ‘zijn team van 15 deskundigen’ openbaar
te maken - gesteld dat dit team überhaupt bestaat. Het is sowieso al een heikele zaak uitspraken te doen op basis van
een kopie van een document, en Hammer is er blijkbaar niet voor te vinden de
gecodeerde partituur te laten bestuderen door een team van onafhankelijke
experten. Die zouden immers wel eens kunnen vaststellen dat zijn verhaal over
Bormann en/of pastoor Otto geen hout snijdt.
Rheinmetall-Schreibmaschine,
ca. 1920
Betekent dit gelijk ook dat we de hele
partituur moeten afschrijven als een vervalsing van Hammer? Hoegenaamd niet. De
bedenker van de code kan best een oude schrijfmachine gebruikt hebben, die in roulatie was vanaf bijvoorbeeld 1920. De ronduit knullige manier waarop ‘onderzoeksjournalist’
Hammer zijn boeken schrijft, maakt dat hij er bezwaarlijk van verdacht kan
worden een dergelijke code te verzinnen.
In plaats van een kopie van een
wetenschappelijk verslag dat de claim van Hammer bevestigt, als zouden ‘het
papier, de typografie en de doorslag van de letters zonder meer geloofwaardig
zijn’ (en dus gedateerd kunnen worden omstreeks 1945), krijgen we foto’s uit
het ‘Archief Karl Hammer’ te zien, met betrekking tot een veroordeling van
Franz Xaver Schwarz die compleet niet terzake doet. Wat de runetekens betreft,
zij komen overeen ‘met de stijl die Bormann zou gebruiken’… en dààrom zijn ze
afkomstig van Bormann! Is dit niet belachelijk kort door de bocht, voor een
onderzoeksjournalist? Andermaal komen we niet te weten op grond waarvan Hammer
dit concludeert, en moeten we hem eens te meer op zijn woord geloven. Wat als
de runetekens ook overeenkomen met de stijl van – ik noem maar iemand – Karl
Maria Wiligut, de Oostenrijkse occultist die behoorde tot de staf van Himmler?
[1]
‘The uranium, in the form of small cubes, had been stockpiled by the Germans
during the war at their atomic bomb research station in the foothills of the
Kreuzeck, one of the heights above Garmisch-Partenkirchen,’ lees ik in Nazi Gold van Ian Sayer en Douglas
Botting (Mainstream Publishing Company, 2003).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten