Postkaart uit de Rheingold-Series, collage met de Lorelei:
uit het Archief van Ysa Pastora
(klik op de foto voor een groter beeld)
Patrick Bernauw:
Een paar uren geleden (vrijdag 17 april, omstreeks het middaguur) heb ik
telefonisch contact gehad met Ysa Pastora, die belde vanuit Zwitserland: een (alvast
jong klinkende) vrouwenstem die zeer behoorlijk Nederlands sprak, zij het wel
met een duidelijk accent. Ysa stond erop mij voor het eerst “in levende lijve”
te contacteren, vanwege de publicatie van het Dossier Lepage op mijn eigen
Facebook pagina en die van Ysa Pastora, en de associatie van haar schuilnaam
met de persoon van Jan Lavrijsen. Eerder deze maand (8 april 2015) had ik al
een handgeschreven briefje van Ysa ontvangen, gewoon via de post, afgestempeld
in Antwerpen, waarin zij vooruit blikte op mijn verjaardag (zie foto).
Wat de mogelijke connectie Pastora-Lavrijsen betreft, wilde zij
enkel kwijt dat zij graag bereid is mij binnen afzienbare tijd ook “in levende
lijve” te ontmoeten, zodat ik er mij met eigen ogen kan van vergewissen dat zij
wel degelijk tot de vrouwelijke kunne behoort en geen “gepensioneerde professor”
is. Met de kwestieuze “professor”, Jan Lavrijsen, neem ik overigens ook nog zo spoedig mogelijk
contact op.
Na ons telefonisch onderhoud stuurde Ysa Pastora mij een mailtje
met wat we een “officiële verklaring” kunnen noemen, die door mij alleen stilistisch
enigszins werd gefatsoeneerd, en die u hieronder aantreft.
De genoemde Jan Lavrijsen is een van de drie bekende onderzoekers (in
volgorde Lepage, Giessen, Lavrijsen) die hun hypothese op zeker ogenblik openbaar
hebben gemaakt, maar ook hebben getoetst “in het veld”. Daarnaast zijn er nog personen die wel een hypothese
publiceerden maar niet zelf de schop ter hand namen, te weten Lagerwerf en Whistler.
De hypothesen van Giessen en Lavrijsen zijn ondertussen ontkracht; dat is ook
het geval met de eerste hypothese van Lepage. Zijn tweede, nu gepubliceerde
hypothese, is bijzonder interessant… maar nog niet bewezen. (Het onderzoek van
Hammer reikte amper verder dan het benoemen van Mittenwald.)
Ik nam kennis van wat Whistler en Lagerwerf poneren – de hypothetische context die Martijn Lagerwerf ontvouwt op zijn site (http://mlagerwerf.wordpress.com/pastoorbrief/) is zeer zeker ook een nader onderzoek waard. Ik heb, al dan niet via Patrick Bernauw, contact gehad met onderzoekers, zoals Pieter Marinus en Jan Lavrijsen. Van deze laatste heb ik trouwens vernomen dat hij na afloop van de plaatselijke sperperiode ten gevolge van de wereldtop en na het verkrijgen van de benodigde vergunning een tweede poging wil ondernemen om de “schat” te bergen. Lavrijsen verklaarde daarbij dat hij eerder aan andere onderzoekers heeft gevraagd van de individuele projecten een gezamenlijk zoekproject te maken, maar dat hij daarop geen positief antwoord heeft gekregen.
Beschuldigingen over en weer met betrekking tot het al dan niet gebruiken van een pseudoniem of het “aftroggelen van geld” hebben geen pas. Ik ben niet de enige die in deze zaak een pseudoniem hanteert, en ik heb daar een goede reden voor. En ik ben ook lang niet de enige die samen met een co-auteur een non-fictie boek schrijft en daar geld voor vraagt. In het geval van mijn co-auteur Patrick Bernauw is het schrijven van boeken trouwens een professionele bezigheid; uit sommige reacties meen ik te mogen afleiden dat zijn beroep gelijk geschakeld wordt met het oudste beroep ter wereld.
Ik zal het nog één keer herhalen: het volledige verhaal krijgen we niet verteld in één enkel boek. We zullen daar vier boekwerken voor nodig hebben, die telkens een aspect van het Mysterie van Mittenwald pogen te verklaren. Een boek schrijf je niet in een paar maanden tijd, laat staan vier boeken. Op www.rauna.eu posten Patrick Bernauw en ikzelf regelmatig fragmenten uit dat eerste boek, “De Hamer van Thor”, dat nog in 2015 zal verschijnen. Het volgende boek zal “Het Geheim van de Runen” heten en is gepland voor 2016.
Waarna zal blijken dat het Mysterie van Mittenwald van een heel andere aard is dan waar u nu aan denkt, en de kwestie een wending zal nemen die buiten het voorstellingsvermogen ligt van àl de hierboven genoemde onderzoekers, en van de lezers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten